Tabouleh

Tabouleh met amandelen en granaatappelpitjes

Fris en voedzaam, zo zou ik tabouleh graag omschrijven. Tabouleh (ook wel taboulé) is een Libanese salade waar bulgur en peterselie de hoofdrol in spelen. Eerder heb ik een vergelijkbare salade op Sesu Chops gezet, namelijk de Turkse kısır, die ik mezelf en anderen regelmatig voorschotel.

Het vernaamste verschil tussen de tabouleh en kısır is de tomaten- en/of peperpasta die aan de Turkse bulgursalade wordt toegevoegd waardoor die lekker rood en spicy wordt. Daarnaast bevat tabouleh in verhouding veel meer peterselie dan bulgur in vergelijking tot de Turkse versie. Tabouleh is daarom (wat mij betreft) lichter en frisser, en eerder een peterseliesalade dan een bulgursalade. Hoe dan ook, beide salades vind ik fijn om als lunch te eten of als bijgerecht tijdens het avondeten. Het allergrootste voordeel aan tabouleh (en kısır) is wat mij betreft dat je de hoeveelheden makkelijk kunt opschalen en zo een enorme schaal met lekkers voor 30 man op tafel kan hebben staan. Feestvoedsel om te onthouden dus.

Tabouleh zal je waarschijnlijk niet snel vervelen omdat je eindeloos kunt varieren met de ingrediënten. Zo lang er maar peterselie, munt, bulgur, (bos)ui en tomaat doorheen zit, zit je goed. Voeg vervolgens naar hartenlust ingrediënten toe waar je zin in hebt. Zie hier bijvoorbeeld een fijne tabouleh met amandelen en granaatappelpitjes voor wat extra crunch en een zoet-zure touch. Tip: serveer de tabouleh met kip en wat brood dat je in een bak vol hummus dipt voor het complete plaatje. Enne, maak een grote batch, want restjes tabouleh kun je prima in de koelkast bewaren en de volgende dag achter je bureau naar binnen schuiven. Hatsa!

Ingrediënten voor 4 personen (ben je niet van plan er wat bij te eten, dan is dit recept goed voor 2 personen):

100 gram fijne bulgur

3 grote, rijpe tomaten

4-6 bosuitjes

¼ theelepel kaneel

¼ theelepel gemberpoeder

¼ theelepel gemalen korianderzaad

150 gram platte peterselie

30 gram muntblaadjes

6-8 eetlepels olijfolie

sap van halve citroen (naar smaak meer)

2 eetlepels granaatappelmelasse (optioneel, je kunt ook meer citroensap gebruiken)

50 gram blanke amandelen

2 eetlepels granaatappelpitjes

zout en peper

To do:

Doe de bulgur in een kom. Giet er kokend water overheen totdat het net onder staat. Dek af met een bord of deksel en laat 20 minuten staan.

Rooster de amandelen in een droge pan lichtbruin. Laat afkoelen en hal grof door.

Snijd de tomaten in kleine stukjes en verwijder de zaadlijsten. Daarna snijd je de bosuitjes in dunne ringen. Was vervolgens de peterselie en munt en dep droog. Hak fijn. Doe alles in een grote kom. Voeg de specerijen toe. Roer de bulgur los met een vork en schep in de kom moet tomaten, bosui en kruiden. Schep goed om en voeg citroensap en olijfolie toe. Indien je granaatappelmelasse gebruikt, voeg het dan toe (anders gebruik je wat meer citroensap). Breng op smaak met zout en peper. Schep op het laatste moment de amandelen en granaatappelpitjes door de tabouleh.

Tabouleh
Tabouleh met amandelen en granaatappelpitjes: een crowd pleaser!

 

 

Koreaanse gefrituurde kip (Korean fried chicken)

Koreaanse gefrituurde kip (yangnyeom dak)

Meneer de vriend deed spontaan een vreugdedansje toen ik aankondigde weer eens Koreaanse gefrituurde kip op het menu te zetten. Hoewel de meeste mensen geen nee zeggen tegen kip in een krokant jasje en een spicy saus (behalve mijn vega-ouders) is dergelijke reactie toch wel zo leuk. En in het geval van de vriend ook begrijpelijk omdat ik een tijdje terug een stop heb gezet op de Koreaanse gefrituurde kip-consumptie in huize Sesu. Na mijn ontdekking van deze yangnyeom dak- a.k.a. Korean fried chicken en the better KFC– was het hek na de dam: een aantal weken gooiden we enthousiast kilo’s kippenvleugoels in het vet- misschien wel meer wanneer we gasten over de vloer kregen (“hey, X en Y komen, doen we Koreaanse gefrituurde kip bij de borrel? Ok dan!”). Gevolg was dat het huis permanent naar een ranzige vestiging van de echte KFC-keten ging stinken, met een onvermijdelijk frituurverbod tot gevolg.

Koreaanse gefrituurde kip (Korean fried chicken)
Koreaanse gefrituurde kip (Korean fried chicken) met een extra krokant jasje voor de Food Blog Challenge!

Toen Vanessa van de leuke blog Culinessa.com me erop wees dat zij samen met PJ van de eveneens toffe blog Nombelina.com een Food Blog Challenge organiseerde móest het frituurverbod onmiddelijk worden opgeheven. Korean Fried Chicken vormt namelijk de challenge van deze maand en die kan ik als (nep-)Koreaan, en the better KFC-verslaafde in het bijzonder, natuurlijk niet aan me voorbij laten gaan. Bovendien schaam ik me al tijden voor de bar slechte foto bij mijn eerdere recept voor Koreaanse gefrituurde kip, dus ik zag Vanessa’s uitnodiging ook als een mooie kans om een beter plaatje te schieten. Of dat gelukt is mag je uiteraard zelf bepalen.

Deze Korean fried chicken a la Sesu 2.0 is niet alleen een verbetering qua uiterlijk, maar ik heb het recept ook enigszins aangepast. Ik heb namelijk het geheime wapen voor de super sappige southern chicken voor deze versie ingezet: een brine van karnemelk. Nee, dat is nou niet bepaald Koreaans, maar dat zal me een worst wezen. Het resultaat is dat je extra juicy en tender kippenvleugels op je bord hebt, en daar gaat het toch om? Authenticiteitslovers en KFC-puristen verwijs ik bij dezen graag door naar mijn eerdere recept (dat ook aardig malse kippetjes oplevert, hoor).

Koreaanse gefrituurde kip (Korean fried chicken)
Koreaanse gefrituurde kip (Korean fried chicken)

Naast dat de kippenvleugels in een bad met karnemelk en gochujang (Koreaanse gefermenteerde peperpasta) moeten zwemmen geef ik je hierbij ook een trucje om het krokante jasje ook echt krokant te krijgen. Hier heb je geen beslag voor nodig waar je je hele keuken ongewild mee onder kliedert. Nee: wanneer je de kippenvleugels door de maïzena en bloem haalt dien je de boel daarna eerst een kwartier afgedekt te laten rusten totdat de ‘gebloemde’ buitenkant van de stukjes kip er een beetje papperig uit gaat zien. Dit wachten is echt belangrijk en zorgt voor een wereld van verschil op krokante jasjes gebied. Beloofd.

Deze Koreaanse gefrituurde kip is krokant én spicy door de gochujang en de ideale weekend-snack waar een mooi fris biertje bij gedronken moet worden. Een Koreaans biertje als Hite kan natuurlijk altijd, maar een fruitige en hoppige IPA is ook zeker geen straf. Cheers en dank aan Vanessa en PJ- vooral ook namens de vriend- voor het feit dat ik weer homemade Korean fried chicken mocht oppeuzelen.

Koreaanse gefrituurde kip (Korean fried chicken)
Koreaanse gefrituurde kip (Korean fried chicken): super juicy en lekker spicy

Ingrediënten voor Koreaanse gefrituurde kip voor 4 personen

750 gram kippenvleugels, gehalveerd

400 milliliter karnemelk

1 eetlepel gochujang (Koreaanse gefermenteerde peperpasta)

1 eetlepel sojasaus

90 gram maïzena

60 gram bloem

Flinke snuf zout en peper

Olie om te frituren

Spicy saus:

100 gram gochujang

3 eetlepels sojasaus

1,5-2 eetlepels sesamolie (afhankelijk van smaak en soort sesamolie)

3 theelepels geraspte gember

2 theelepels maisstroop

1 theelepel suiker

1,5 eetlepel witte wijnazijn

3 teentjes knoflook, geraspt

Evt. Scheutje water om saus wat losser te maken

To do:

Pak een kom waar je een eetlepel guchujang in doet. Roer eerst los met een klein scheutje karnemelk en een eetlepel sojasaus. Giet dan de rest van de karnemelk erbij en roer door. Doe de gehalveerde kippenvleugels in een zak of grote bak en giet er het karnemelk mengsel overheen. Sluit de zak of bak luchtdicht af en laat 4 uur, of nog liever een hele nacht, in de koelkast marineren.

Giet de kip af en laat uitlekken in een vergiet. Zet een klein steelpannetje op het vuur en verwarm alle ingrediënten voor de saus. Roer goed door, draai het vuur uit en zet apart.

Meng de bloem, maïzena, zout en peper door elkaar en strooi de helft over een groot bord. Leg de uitgelekte kippenvleugels op het bloem-maïzena mengsel. Strooi de andere helft bloem en maïzena over de kippenvleugels zodat ze goed bedekt zijn. Dek af met bakpapier en laat een kwartier staan. In die tijd kun je de olie om te frituren in een pan met dikke bodem verwarmen (of de frituurpan aanzetten). Zorg dat er tenminste 10 centimeter olie in de pan zit.

Test of de olie heet genoeg is om te frituren, zo rond de 180 graden. Doe dit met een stukje brood: wanneer het meteen gaat bruisen is de olie op temperatuur. Frituur de kippenvleugels in delen- wanneer je te veel in één keer frituurt daalt de temperatuur van het frituurvet te ver naar beneden. Frituur de kippenvleugels in 6-7 minuten goudbruin en knapperig. Schep met een draadspaan uit de olie en laat uitlekken op keukenpapier. Voor het ultieme krokante jasje frituur je de kippenvleugels nog een keer heel kort, zo’n 30 seceonden. Laat dan weer uitlekken op keukenpapier.

Warm de spicy saus nog even op. Serveer het naast de krokante kip, of smeer de saus er meteen al overheen zodat de kippenvleugels helemaal bedekt zijn. Onverhoopt wat stukjes Korean fried chicken over? Bewaar in de koelkast en warm de volgende dag op in een hete oven. Het krokante jasje is ook dan nog een krokant jasje, fijn hè?

Welke andere hapjes eet je bij deze Koreaanse gefrituurde kip? Wat dacht je van kimchi, een taugé salade, kleine courgette pannenkoekjes of de shiitake namul? Voor nog meer inspiratie kun je het Korean Food Lab doorspitten.

 

Koreaanse gefrituurde kip (Korean fried chicken)
Koreaanse gefrituurde kip (Korean fried chicken): je kunt de spicy saus meteen over de kip smeren, of er apart bij serveren
gegrilde groenten

Geroosterde groenten met tahin koriandersaus

Wanneer ik in het weekend te veel (en dikwijls ongezond) heb gegeten omdat ik niet weg was te slaan bij foodtrucks met burgers, gevulde wraps, gestoomde broodjes met buikspek of andere caloriebommen heb ik de maandag erna meestal veel zin in een flinke dosis groen. Dit geldt ook voor de dagen na een paar feestelijke kerstdiners waar ik nog meer eten dan de normaal naar binnen heb geschoven. Vandaag is het dus extra tijd voor wat lichtere kost en flink wat vitaminen. Aangezien ik pas voor een bak ijsbergsla met geraspte bospeen (dat lijkt dan net weer te erg op een dieet) vormt het eten van geroosterde groenten voor mij een eenvoudige, maar vooral de lekkerste manier om veel groenten binnen te krijgen.

Niets is lekkerder dan zoete aardappels en bloemkool uit de oven, die gezellig samen zijn geroosterd met stukken ui en hele tenen knoflook. Vooral met mijn geniale tahin koriandersaus worden de geroosterde groenten een echt feestmaal dat niet minder lekker is dan wat je tijdens kerst hebt mogen opeten. De tahin is heerlijk romig en notig, maar is niet te zwaar door de frisse citroen en korianderblaadjes. De koriander maakt de saus ook nog eens lichtgroen, wat ervoor zal zorgen dat je eetmaatjes (als je niet alleen eet) zich zullen afvragen wat het geheime ingredient van deze funky saus is (bij het zien van de saus dan, want je proeft de koriander meteen natuurlijk).

Naast dat deze geroosterde groenten geschikt zijn als gezondheidsbom na de feestdagen zijn ze ook ideaal om op het menu te zetten na een drukke werk- of uitbrakdag. Om deze geroosterde groenten op tafel te zetten vereist namelijk vrijwel geen werk of aandacht. Je stopt de groenten een half uur in de oven om ze daarna op te eten. Hoeveel makkelijker wil je het hebben?

Serveer een grote schaal met deze geroosterde groenten bij een goed stuk gevogelte of vlees. Druppel wat tahin koriandersaus vlak voor het serveren over de groenten heen, of serveer apart. Op een gewone doordeweekse dag lenen deze geroosterde groenten zich goed voor een makkelijke maaltijd voor de tv, bij voorkeur met falafelballetjes- zelfgemaakt of heel lui van de supermarkt.

Geroosterde groenten
Je geroosterde groenten worden van lekker héél lekker door de saus van tahin, citroen en koriander

Ingrediënten voor een schaal geroosterde groenten voor 6 personen (bijgerecht) of 3 personen (hoofdgerecht):

1 bloemkool, in roosjes

3 zoete aardappels, in halve maantjes

2 uien, in partjes

8 tenen knoflook

Halve theelepel chilipoeder

1 theelepel gemalen komijnzaad

Zout

Peper

olijfolie

Tahin koriandersaus:

100 milliliter tahin

50 milliliter olijfolie

een hand gehakte korianderblaadjes (ongeveer 8-10 gram)

50 milliliter water

een halve theelepel gemalen komijnzaad

een halve teen knoflook, grof gehakt

Zout

Peper

To do:

Verwarm de oven voor op 190 graden. Bekleed een bakplaat met bakpapier. Spreid de groenten, ui en knoflook erover uit en bestrooi met wat komijn, chilipoeder, zout en peper. Sprenkel er twee eetlepels olijfolie overheen en hussel door elkaar. Zet de bakplaat in de hete oven en laat de groenten een half uur roosteren. Draai na een kwartier de groenten even om.

Maak dan de tahin koriandersaus. Doe de tahin, knoflook, scheutje water, citroensap, koriander, komijn en olijfolie in een hoge beker en pureer tot een romige saus. Breng op smaak met zout en peper. Als je de saus te dik vindt voeg je wat extra olijfolie toe.

Haal de geroosterde groenten uit de oven en serveer op een grote schaal met de tahin koriandersaus.

 

Geroosterde groenten
Een poging om de drizzle tahin koriandersaus over de geroosterde groenten vast te leggen…

Voor deze schaal met geroosterde groenten kun je uiteraard ook andere groenten de hoofdrol laten spelen. Denk aan paprika, courgette of aubergine.

Koreaanse omelet

Koreaanse omelet (gaeran mari)

De Koreaanse omelet (gaeran mari of gyeran mari) is te gek om meerdere redenen. Ten eerste omdat je eindeloos met de vulling kunt variëren waardoor dit eiergerecht nooit saai wordt. Bovenstaande omeletrolletjes zijn dan wel gevuld met wortel en bosui, maar je kunt er ook prima bacon, courgette of tonijn in stoppen. Oneindige variatiemogelijkheden dus, en daar hou ik van.

Ook is de Koreaanse omelet een door mij geliefd gerecht omdat je het als ontbijt kunt eten, maar ook prima mee kunt lunchen of als tussendoor snack, appetizer, voor- en bijgerecht kunt serveren- altijd dus. Zo’n vrolijk stukje opgerold ei met gedroogd zeewier kan echt op elk moment van de dag. En ja, daar hou ik ook van, dingen de hele dag door ongegeneerd kunnen eten. Hoewel ik de omelet altijd zonder extra poeha op eet omdat de rolletjes er op zich zelf al als een feestje uitzien, kun je er met wat rucola (of waterkers) en geroosterde pijnboompitten een mooi feestelijk voorgerecht van maken voor je naderende kerstdiner.

De laatste reden waarom de Koreaanse omelet te gek is is zeer persoonlijk. Ik vind zo’n rol ook stiekem zo lekker omdat ik ‘m zelf niet hoef te maken. Dat is namelijk de taak van meneer de vriend in huis. Hoewel het een zeer eenvoudig recept is dat binnen een poep en een scheet op tafel staat heb ik vaak geen zin om de omelet te bakken- en de vriend wil overigens ook liever niet dat ik ‘m bak. Dit komt omdat de Koreaanse omelet het best smaakt wanneer ie is opgerold en dat rollen heeft voor mij- als ongeduldig mens dat iebel wordt van crêpes omdraaien- nogal wat voeten in de aarde. Door haastig met spatels en paletmessen onder en in de omelet te steken, in plaats van het rustige rol en omklapwerk, heb ik al menig Koreaanse omelet weten te verkrachten (gescheurde rollen, losse rollen waar je doorheen kunt kijken etc.). Dat is niet alleen zonde, maar meneer de vriend wordt ook nog eens chagrijnig van mijn gevloek en getier tijdens mijn rolpogingen. En gelijk heeft ie. Dus voortaan maakt hij de Koreaanse omelet, stil en geconcentreerd, en blijf ik uit de keuken (want ja, zo’n irritant zijlijnfiguur die over de vriend z’n schouder meekijkt en instructies geeft ben ik ook).

Mocht mijn gestoei met het rollen je er nou van weerhouden om dit ontbijt/luch/voor/bijgerecht te maken, dan wil ik er nog bij zeggen dat dat niet persé nodig is. De Koreaanse omelet op de foto heb ik eigenhandig opgerold namelijk (de vriend was niet thuis helaas), zónder te vloeken of mijn handen te branden. Neem er gewoon even rustig de tijd voor. Bij wijze van schouderklopje voor mezelf heb ik na de fotoshoot meteen de hele boel opgeschrokt.

Koreaanse omelet
Koreaanse omelet

Ingrediënten voor 1 Koreaanse omelet voor 2 personen (ontbijt) of 3-4 personen (voorgerecht)

Verdubbel het recept indien je deze omeletrol in kleine porties als apetizer of voorgerecht wilt serveren tijdens kerst voor 6-8 personen, bak dan wel 2 omeletten i.p.v. één grote

4 eieren

100 gram geraspte wortel

3 bosuitjes, heel fijn gesneden

1 theelepel sojasaus

een halve theelepel sesamolie

een halve theelepel suiker

1 nori vel, gedroogd zeewier

Zout

Peper

Zonnebloemolie/druivenpitolie om in te bakken

Optioneel:

Wat blaadjes rucola

1 eetlepel geroosterde pijnboompitjes

Wasabi mayonaise

To do:

Zet een grote koekenpan op het vuur met wat olie.

Breek de eieren in een kom en kluts goed. Voeg sojasaus, suiker en sesamolie toe en roer goed door. Voeg tenslotte de wortel, bosui en zout en peper toe.

Wanneer de pan met olie warm is draai je het vuur laag. Schenk het eiermengsel in de pan en laat ongeveer vier minuten stollen met deksel op de pan. Wanneer de omelet bijna helemaal gestold is, maar in het midden nog nat en zacht, leg je een norivel op de omelet.

Maak met een paletmes voorzichtig de randen van de omelet los. Vouw één kant van de omelet met behulp van een paletmes of spatel naar binnen en rol dan voorzichtig en zo strak mogelijk op totdat je een lange rol hebt. Verplaats de rol naar een snijplank en laat een beetje afkoelen. Pak een schone theedoek of dik keukenpapier en vouw dat om de rol heen. Druk rondom goed aan en zorg dat de rol een ronde vorm krijgt. Verwijder de theedoek en laat nog verder afkoelen.

Snijd de omeletrol in ongeveer tien stukken. Indien je de Koreaanse omelet als voorgerecht serveert verdeel je de stukjes over kleine borden met wat rucola en geroosterde pijnboompitten. Indien gewenst serveer je er wasabi mayonaise bij. Je kunt de omelet zowel warm als koud eten.

Koreaanse omelet
Close up van de Koreaanse omelet: bak ‘m niet te lang, dan droogt ie uit
Koreaanse omelet
Koreaanse omelet: met rucola en pijnboompitten een fijne appetizer of voorgerecht. Mooi toch?
Sodabrood

Supersnel vers brood voor de feestdagen: sodabrood

Dat ik een koolhydratenfanaat ben en me geen leven kan voorstellen zonder goed belegde bammetjes en volle borden pasta mag inmiddels duidelijk zijn. Die fear of carbs heb ik (vooralsnog) goed buiten de deur kunnen houden. De meneer bij mij thuis valt al flauw bij het idee om een koolhydraatarme (of nog erger: een koolhydraatvrije) maaltijd te moeten doorstaan, dus daar bof ik maar mee. Want hoe zou het zijn, zo’n hip leven met een dikke zalmmoot of je bord zónder aardappelpuree? Of een tosti kaas zonder brood? Een pasta pesto zonder pasta? Een hel!

Toen een vriendin me laatst tijdens een flauw “kies-uit-dit-of-dat-spelletje” vroeg te kiezen uit een leven met enkel pasta, rijst, aardappelen of brood- je móest kiezen- en je de andere drie soorten nooit meer mocht eten heb ik na drie kwartier dubben en peinzen eruit kunnen persen dat ik dan voor brood zou kiezen. Dit omdat ik de hele dag door brood eet. ’s Ochtends bij het ontbijt (naast een bak yoghurt), ’s middags als lunch en ’s avonds om alle sauzen van mijn bord af te vegen. Wanneer dit element weg zou vallen zou ik doodongelukkig en ondervoed zijn- geen goed plan dus.

Ik kreeg hierdoor gelijk zin in vers brood, met nadruk op ‘vers’, want die slappe sneetjes in zo’n plastic zak vind ik maar niks. Maar voor vers brood moet je vroeg op om op tijd bij de bakker te staan graaien tussen andere broodfans. Zelf bakken is dan het handigste, maar dan moet je wel heel wat tijd en geduld hebben omdat de boel moet rijzen. Ook moet je zin hebben in een work-out, want dat kneden, daar moet je toch wel een stel spierballen voor hebben. Laat ik nou ook nog eens best lui zijn en vaak denken: als ik nu toch eens met mijn vingers kon knippen en een brood op tafel kon toveren…

Nou, dat kan met dit makkelijke sodabrood. Je maakt deeg dat je amper hoeft te kneden (olé) en rijst zonder dat je hier uren op moet wachten. In sodabrood zit namelijk bicarbonaat (oftewel baksoda of natriumbicarbonaat). Dit ingrediënt zorgt in combinatie met zure ingrediënten voor koolzuurgas waardoor je brood rijst en lekker luchtig wordt- terwijl het in de oven staat. Je gooit een theelepel door je deeg en de boel kan zo de oven in- te simpel. Zo’n sodabrood is dan ook het ideale verse, zelfgebakken brood voor wanneer je vergeten bent brood te halen, maar ook tijdens de feestdagen. Met kerst is niets leuker dan een zelfgebakken brood op tafel te hebben, maar je hebt vast wel andere dingen te doen dan kneden of het rijsproces van je brooddeeg nauwlettend in de gaten te houden (denk aan borrelen, kletsen, borrelen en kletsen).

Deze kerst staat dit brood in ieder geval op mijn eettafel, als ode aan de snelle koolhydraten.

Sodabrood
Sodabrood

Ingrediënten voor 1 sodabrood

300 gram bloem

300 gram volkorenmeel

1 theelepel bicarbonaat (baksoda)

1 theelepel zout

halve theelepel suiker

35 gram boter, gesmolten

400-450 milliliter karnemelk (Afhankelijk van het soort bloem en meel dat je gebruikt heb je iets meer of minder karnemelk nodig)

To do:

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Doe de bloem, volkorenmeel, zout, suiker en bicarbonaat in een kom. Maak een kuiltje in het middel en roer met een pollepel de boter en de karnemelk er doorheen.

Kneed heel kort alle ingrediënten door elkaar en vorm een stevige bal van het deeg. Leg de bal op een bakplaat met bakpapier en druk iets plat.

Bestuif de bovenkant van het sodabrood met wat bloem. Snijd er met een groot koksmes een groot kruis in zodat het brood goed gelijkmatig gaar zal worden.

Bak ongeveer 35 minuten. Het brood is goed wanneer het mooi gerezen is en een bruine korst heeft. Klop op de onderkant van het brood. Wanneer het hol klinkt is je brood goed.

Laat afkoelen en eet op.

Een ander snel brood? Maak het tripel bierbrood!

Sodabrood
Sodabrood
winterse knolselderijsalade

Winterse knolselderijsalade met wortel, druiven en yoghurt mosterddressing

Misschien is knolselderij wel mijn favoriete wintergroente. Het kruidige aroma van deze groente en sterke selderijsmaak vind ik erg bijzonder. De knolselderij is geen slappe groente, maar stoer en sterk en daar hou ik wel van. Eerder heb je al kunnen lezen over de supersoep die ik van knolselderij had gemaakt met crispy rundvleesreepjes. Ook heb ik een tijd terug een knolselderijsoep van Jeroen Meus op tafel getoverd. De zijdezachte structuur van de knolselderij in de soep is zeer verslavend. Maar wist je dat je knolselderij ook prima rauw kunt eten? Tijd voor een knolselderijsalade dus! Als je een knolselderij van zijn lelijke jasje ontdoet, in plakken snijdt en dan julienne snijdt of raspt heb je een hele berg groente die je makkelijk met andere groenten of fruit kunt combineren voor een winterse knolselderijsalade. Een simpele yoghurt mosterd dressing zorgt voor romigheid en dat de salade op een Amerikaanse coleslaw gaat lijken. De druiven maken de salade lichtzoet en de noten geven een fijne crunch. Meer dan lekker!

Deze knolselderijsalade is deze week geplaatst op Koken met Aanbiedingen, wat betekent dat een aantal producten in dit gerecht in de aanbieding is bij een supermarkt. Maar aangezien seizoensgroenten de hoofdrol spelen in deze salade is het de komende paar maanden sowieso voordelig om dit recept te maken. Bovendien is deze knolselderijsalade een vrolijk, knapperig en fris bijgerecht dat lekker is om tijdens kerst bij het hoofdgerecht te serveren. Een andere reden om deze kleurrijke salade tijdens de feestdagen te serveren is dat je ‘m een dag van de voren kunt maken. Als je de dressing in de groenten masseert en de knolselderijsalade een nacht in de koelkast laat staan trekken de smaken mooi in. Dat scheelt weer wat tijd op de dag van het kerstdiner zelf. Makkelijk toch?

Ingrediënten voor een grote knolselderijsalade, goed voor 6-8 personen

1 ui

1 knolselderij

250 gram wortel

200 gram rode druiven

100 gram walnoten

Olijfolie

Zout

Peper

Dressing

3 eetlepels yoghurt

1 eetlepel mayonaise

1 theelepel Dijon mosterd

Sap van een halve citroen

Optioneel:

600 gram varkenshaas (voor 4-6 personen)

olijfolie/boter om in te bakken

To do:

Snijd de ui in dunne ringetjes. Doe in een klein kommetje en bestrooi met een snuf zout. Zet apart.

Schil de knolselderij en maak de wortels schoon. Snijd daarna zowel de knolselderij als de wortel julienne of gebruik een rasp. Doe in een grote kom. Was de druiven, hak de walnoten grof door en voeg toe aan de kom groenten. Bestrooi met wat zout en peper.

Voor de dressing meng je de yoghurt, mosterd, citroensap en mayonaise door elkaar. Breng op smaak met zout en peper. Hierna zijn er twee mogelijkheden:

  1. Schenk de dressing over de groente en masseer in. Je krijgt dan een soort coleslaw.
  2. Serveer de dressing naast de salade zodat iedereen zelf kan bepalen hoeveel er over de salade gaat.

Serveer de salade tijdens kerst als kleurrijk bijgerecht bij vlees. Varkenshaas bijvoorbeeld, zie foto hieronder. Bak voor voor 4-6 personen 600 gram varkenshaas op middelhoog vuur in 8 minuten rondom bruin. Laat rusten onder aluminiumfolie. Snijd in dunne plakken en eet samen met (onder andere) de knolselderijsalade.

Knolselderijsalade
De winterse knolselderijsalade. Lekker met gebakken varkenshaas.

 

courgette pannenkoekjes

Koreaanse courgette pannenkoekjes

Ja hoor, hier zijn ze weer, de door mij geliefde hartige Koreaanse pannenkoeken. Dit keer geen grote jongens die je in stukken moet snijden, maar kleine courgette pannenkoekjes die je in twee happen op eet- mét dipsaus natuurlijk. De courgette pannenkoekjes heten in het Koreaans hobak jeon (of hobak buchim of hobak buchimgae– jaja er zijn nog al wat opties) en vormen een leuk bijgerecht tijdens een diner, maar doen het ook prima als snack of lunch- afhankelijk van hoeveel trek je hebt en hoeveel stuks je maakt.

Eerder heb je al over de Koreaanse kimchi pannenkoek en de pannenkoeken met garnalen of boerenkool kunnen lezen. Deze courgette pannenkoekjes zijn misschien nog wel het meest toegankelijk, mocht je het idee van Koreaanse pannenkoeken nog een beetje te vreemd en uitheems vinden klinken. Behalve courgette, ei, water en bloem- de ‘normale’ pannenkoek ingredienten dus- zit er slechts één theelepeltje doenjang door het beslag. Doenjang is de befaamde Koreaanse pasta die ik vaak gebruik en is gemaakt van gefermenteerde sojabonen. Deze pasta is vergelijkbaar met de iets bekendere Japanse miso en geeft de pannenkoekjes een extra umami dimensie. Toch twijfels over de doenjang? Die kun je in dat geval makkelijk weglaten, want in Korea worden de courgette pannenkoekjes ook vaak zonder doenjang geserveerd. Maar beloof dan wel de dipsaus erbij te serveren voor de Koreaanse touch. Ik zeg: gewoon maken die pannenkoekjes!

Ingrediënten voor ongeveer 10 kleine courgette pannenkoekjes

1 courgette, julienne gesneden

85 gram bloem

snif zout

1 ei

1 theelepel doenjang

100 milliliter koud water

Versgemalen peper

Zonnebloemolie om in te bakken

Dipsaus

1 tl suiker

3 el soyasaus

3 el zwarte azijn

1 el water

Optioneel: Wat fijngehakte rode chili

1 tl geroosterde sesamzaadjes

To do:

Begin met de dipsaus. Meng alle ingrediënten door elkaar en zet apart.

Zet een koekenpan op hoog vuur. Voeg een scheut zonnebloemolie toe en laat goed heet worden.

Doe de bloem met wat zout in een grote kom. Kluts in een klein kommetje het ei en de doenjang los. Voeg koud water en het geklutste ei aan de bloem toe en roer met een garde goed door. Voeg de julienne gesneden courgette toe. Voeg versgemalen peper toe. Het beslag dient vrij dik te zijn.

Lepel met behulp van twee eetlepels beslag uit de kom en leg vier a vijf hoopjes in de koekenpan. Draai het vuur middelhoog en bak in 3 minuten goudbruin. Draai om en bak de andere kant goudbruin. Laat uitlekken op keukenpapier. Bak de rest van de pannenkoekjes.

Serveer de pannenkoekjes op een groot bord (of een schaal) met de dipsaus erbij. Warm vind ik ze het lekkerst, maar koud kan ook.

courgette pannenkoekjes
Een stapel Koreaanse courgette pannenkoekjes, oftewel hobak jeon

Snelle Koreaanse tofu salade met waterkers

Dat ik een tofufanaat ben, maar mijn vriend niet heb je eerder kunnen lezen. Hoewel hij de gebakken tofu tegenwoordig net zo hard naar binnen werkt als ik is hij nog steeds geen groot liefhebber van de zachte structuur van tofu en wordt er een vies gezicht getrokken bij het idee van verkruimelde tofu met rijst. Deze tofu salade heb ik dan ook maar gekokkereld toen de beste man elders ging eten en voorgeschoteld aan een alles etende vriendin (hoewel zij claimt vegetariër te zijn zal ze nooit een aangeboden stukje vlees afslaan, want dat is dan weer zonde van het dode beest- ach ja).

Onderstaande ‘ salade’ is zacht romig, heel hartig door de gefermenteerde sojabonenpasta (doenjang), pittig door de waterkers, maar ook fris en licht omdat de tofu niet is gebakken in olie, maar slechts wordt geblancheerd en…verkruimeld. Hoewel deze tofu salade misschien niet zo fotogeniek is als een galette of zo onweerstaanbaar oogt als een grilled cheese sandwich adviseer ik je met klem om ‘m te maken. Die kruimels van tofu hebben namelijk de structuur van romig roerei- echt waanzinnig lekker. Tofu heeft van zichzelf weinig smaak, maar de doenjang maakt het heel aards en fijn zout. De waterkers maakt de tofu wat peperig, maar als je niet van de uitgesproken smaak van waterkers houdt kun je het vervangen door snijbiet of spinazie.

Een mooie bijkomstigheid is dat deze tofu salade een lichte maaltijd vormt en daarom een smakelijk gerecht is om dagen vol zware herfstschotels en stampotten ietwat te kunnen compenseren zodat de groei van winter love handles een beetje binnen de perken blijft. Daarnaast is dit gerecht ook geschikt voor veganisten, dus leuk om te maken als je zero-dierlijke-productenvriendin het weer eens waagt om bij je te komen eten. Eet de tofu salade op een stuk brood of zoals ik doe met wat gestoomde rijst. De salade is drie dagen in de koelkast te bewaren, dus ideaal om naar je werk mee te nemen. Zo’n lunch hebben je collega’s vast nog niet gezien!

Ingrediënten voor 2 personen

200 gram stevige tofu

75 gram waterkers

1 eetlepel doenjang (gefermenteerde sojabonenpasta)

1 theelepel fijngehakte knoflook

1 theelepel sesamolie

2 theelepel ciderazijn

1 theelepel fijn geraspte gember

1 bosui, in fijne ringetjes gesneden

Zout en peper

Rijst om erbij te serveren

Optioneel: een eetlepel geroosterde pijnboompitten

To do:

Bereid de rijst. Dit duurt ongeveer even lang als het maken van de tofu salade.

Breng in een pan water aan de kook. Doe het blok tofu in het kokende water en blancheer 3 minuten. Haal de tofu uit het water en zet apart.

Dompel de waterkers onder in het kokende water. Na 20 seconden giet je de waterkers af. Laat er koud water over stromen. Laat in een vergiet uitlekken.

Meng in een kommetje de doenjang met een eetlepel warm water. Roer er daarna de knoflook, ciderazijn, gember en sesamolie doorheen.

Snijd de tofu doormidden en wikkel in schone theedoek. Wring al het vocht eruit. De tofu zal geplet en verkruimeld worden, maar dat is de bedoeling. Schraap uitgeknepen tofu uit de theedoek in een kom en verkruimel indien nodig verder. Schep de doenjang dressing er doorheen. Knijp dan de waterkers goed uit en snijd grof door. Voeg toe aan de tofu toe. Schep alles goed door elkaar en breng op smaak met zout en peper en eventueel wat extra gember of cider azijn.

Pak een koekenpan en rooster de pijnboompitten totdat ze lichtbruin zijn. Schep wat rijst op een kom of bord en schep er wat tofu salade op. Bestrooi met wat ringetjes bosui en wat pijnboompitten.

 

IMG_6520

Koreaanse taugé salade

Koreaanse taugé salade

De paar weken die ik onlangs aan de Côte d’ Azur heb doorgebracht heeft zijn sporen maar al te goed achtergelaten. De boterige croissants, druipende stinkkazen en kelken wijn zijn gezellig op mijn heupen mee naar Nederland gekomen. Dat is natuurlijk geen drama omdat die weken in Frankrijk meer dan relaxed waren (op een allergische reactie op een insectenbeet na dan, waarna mijn voet zo groot werd als een hunebed), en de wijn en broodjes daar zo veel beter smaken dan in Nederland. Read More

Ingelegde daikon

Fris Koreaans bijgerecht: ingelegde daikon

Wanneer je last hebt van kimchi cravings, maar erachter komt dat je pot kimchi leeg in de koelkast staat te stinken, kun je drie dingen doen:

1 Nieuwe kimchi maken, maar dan moet je nog twee weken je kimchiverlangen de baas blijven. Lastige zaak.

2 Naar de toko om een zak of blik kimchi op de kop te tikken, maar dat smaakt lang niet zo lekker als die van jezelf omdat je het fermentatieproces niet hebt kunnen bepalen. Read More